Veelschrijver Ed van Eeden (1957) is verantwoordelijk voor enkele honderden boekuitgaven, maar daar blijft hij bescheiden onder. Iedere keer is hij als een kind zo blij wanneer een van zijn verhalen wordt opgenomen in dit prachtblad.
Liam O'Flaherty (1896-1984) kwam uit een gezin waar nog Iers werd gesproken. Hij wilde priester worden, maar nam dienst bij The Irish Guards en vocht in W.O.I. Daar liep hij shellshock op en bleef mentaal labiel. Zijn oorlogservaringen maakten een overtuigd communist van hem. Tussen 1924 en 1976 schreef hij een dozijn romans en verhalenbundels. Veel van zijn werk verscheen oorspronkelijk in het Iers. Zijn neef John Ford veifilmde in 1935 zijn roman The Informer (1925).
Sanneke van Hassel debuteerde in 2005 met de verhalenbundel IJsregen. Daarna schreef zij een tweede bundel, Witte veder, en de roman Nest. Voor beide bundels won zij de BNG Nieuwe Literatuurprijs. Dit jaar verscheen Van Hassels derde bundel Ezels. Ook stelde zij samen met Annelies Verbeke de bloemlezing Naar de stad samen (veertig hedendaagse verhalen uit de hele wereld) die onlangs verscheen bij Uitgeverij De Geus.
Alex Hijmans (Heemskerk, 1975) is schrijver en internationaal correspondent (die vooral in het Engels publiceert). Na twaalf jaar in Ierland gewerkt te hebben verlegde hij in 2008 zijn werkterrein naar de stad Salvador in het noordoosten van Brazilië, waar hij met zijn Braziliaanse echtgenoot woont.
Neil Jordan is een vooraanstaand filmregisseur die een twintigtal films op zijn naam heeft staan waarvoor hij vaak zelf het script schreef. Enkele van zijn films zijn Angel, The Company ofWolves, The Crying Game en Interview With the Vampire. Als auteur debuteerde hij met de verhalenbundel Night in Tunisia (1976), waarop een vijftal romans volgde. Hij regisseerde ook de TV-serie The Borgias
James Joyce (1882-1941) begon als dichter en schrijver van wat hij half gekscherend Epiphanies noemde, memorabele fases en frases waarin de ziel zich schaamrood blootgeeft, door versprekingen, vergissingen en alledaagse uitdrukkingen. Oliver Gogarty (het model voor Buck Mulligan in Ulysses) vertelde later dat het woord ‘epiphany’ een blasfemisch grapje was in hun vriendenkring: ‘Als iemand eerst zegt geen geld te hebben dat hij je kan lenen, en dan blijkt hij later wel te kunnen betalen, riepen wij in koor: “Epiphany!”’ Het zijn een soort prozagedachten en -gedichten in de stijl van Rimbaud. De wereld moest zichzelf maar onthullen zonder tussenkomst van een schrijver, die op een afstandje zijn nagels stond te vijlen terwijl de gekte zich ontvouwde. Joyce plunderde zijn epifanieën voor zijn latere werk, tot en met Finnegans Wake toe. Ze dateren uit 1902-1903 en 1904, het jaar van zijn allergrootste epifanie: de ontmoeting op 16 juni met een kamermeisje uit het Finn's Hotel, Nora Barnacle, die zijn vrouw werd.
Lisette Lewin is schrijfster. Ze leverde bijdragen aan De tweede ronde en aan KortVerhaal. Haar laatste roman Bach onder de palmen verscheen op 30 augustus j.l. bij Nijgh en Van Ditmar. Een bootreis is een fragment van een langer verhaal dat deels op Curaçao speelt. Als Een doek over de spiegel verscheen het in zeer beperkte oplage als eindejaarsgeschenk voor vrienden en relaties bij de Bosbespers t.g.v. de jaarwisseling 2007/2008.
George Moore (1852-1933) wordt beschouwd als de eerste moderne Ierse romanschrijver, geboren in Moore Hall, County Mayo. Hij was vermogend en ging in 1873 als would-be schilder naar Parijs, waar hij bevriend raakte met Degas, Renoir, Manet, Mallarmé, Zola en Toergenjev. Deze vormende Parijse jaren beschreef hij in Confessions of a Young Man (1886). Hij publiceerde vele, soms controversiële, romans en verhalen. Heimwee komt uit de bundel The Untilled Field (1903), een van Joyce's invloeden bij het schrijven van Dubliners.