De volgende dag vroeg nummer 38 - of 37 - zijn oordeel, maar nummer 34 antwoordde met uitvluchten, alsof hij een pijnlijke waarheid - zo meenden wij - wilde verhullen. Geef me meer tijd, vroeg hij, ik ben er nog niet zeker van. We hadden hem allemaal al opgegeven, maar één week later, toen de observatieperiode voorbij was, benaderde de waarzegger nummer 37-38 en zei hem, tot verbazing van ons allemaak: Ja. Jij gaat over. Dat is definitief.
We waren opgetogen, zeker. Maar er restte nog iets belangrijks, nu de hele groep de zegen had gekregen van nummer 34. Het was niet gewoon dat de hele klas het jaar zou halen. We gingen op onderzoek uit: nooit, in het honderdjarig bestaan van het Instituut, was het voorgekomen dat alle 45 leerlingen van een eerstejaarsklas het jaar hadden gehaald.
Gedurende de volgende, beslissende maanden, merkte nummer 34 dat we zijn beschikking in twijfel trokken, maar hij ging er niet op in: hij bleef trouw zijn wortels eten en onderbrak met de normale regelmaat de lessen om zijn moedige en aantrekkelijke meningen te geven. Misschien had zijn sociale leven een beetje van zijn glans verloren. Hij wist dat we hem in de gaten hielden, dat hij op de reservebank zat, maar hij bleef ons even hartelijk groeten als voorheen.
Toen de examens die het jaar afsluiten waren afgelopen, gingen we na of nummer 34 correct was geweest in zijn voorspellingen. Vier klasgenootjes hadden voortijdig afgehaakt, waaronder nummer 37 (of 38), en van de 41 die overbleven mochten er 40 naar het volgende jaar. De enige zittenblijver was, jawel, opnieuw, nummer 34.
De laatste dag van het jaar praatten we op hem in en probeerden we hem te troosten. Hij was verdrietig, natuurlijk, maar hij leek niet buiten zichzelf van verdriet. Ik had het verwacht, zei hij. Het leren gaat me moeilijk af, misschien dat het op een andere school beter zal gaan. Ze zeggen wel eens dat je af en toe beter een pas opzij kan zetten.
Het deed ons allemaal pijn nummer 34 te verliezen. Dit abrupte einde kwam onrechtvaardig op ons over. Maar in het nieuwe schooljaar zagen we hem weer, in de rijen van het eerste jaar. Het Instituut stond niet toe dat een leerling twee keer een jaar overdeed, maar nummer 34 had het voor elkaar gekregen, wie weet hoe, bij wijze van uitzondering. Maar wat ons het meest verbaasde, was vooral dat hij deze ervaring nog een keer wilde meemaken.