KortVerhaal. Jaargang 31



[pagina 152]
Tragedie in drie bedrijven Kees Jiskoot De jood Egyptes diensthuis, ballingschap, diaspora, pogroms, de kampen, vernedering, de bedelnap, veracht, gemarteld, trap na trap, een zee, een oceaan van rampen, in angst en pijn, in Dantes Hel, in zak en as, de drek, de dalles -, bedankt dus, zoon van Israël, dat gij uw halfbroer Ismaël, een veilig thuis bood na dat alles.
De Palestijn Een thuis, zeg jij, dat ík je bood? Ben jij nu echt besodemieterd? Gepikt zul je bedoelen, jood! Verjaagd, verstrooid, beroofd van brood, zijn wij verkommerd en verpieterd. Gedenk ons, Allah, help ons, Heer! Wíj zetten ons met tranen neder, (en zij steeds nieuwe huizen neer), uw land, óns land, geef het ons weer, herstel ons recht, gedenk ons weder!

[pagina 153]
De goj Heeft elk gelijk, en vloeit er bloed, dan spreken wij van een tragedie. Al doet dan wraak je nog zo goed, en smaakt ook weerwraak nog zo zoet, ze zijn niet heilzaam als remedie.- Al had je honderd Salomo's, geen mens brengt ooit die twee tot rede... Of toch? Duurt haat soms eindeloos? Eens danst Abdullah saâm met Moos - Wij sloten zelfs met Duitsland vrede.