In 1942 moesten de joden Zandvoort verlaten.
Hoe mijn grootvader, Mozes van Dam, oud negenenzeventig jaar, in Amsterdam is gekomen is een raadsel. Is hij op eigen gelegenheid gegaan? Heeft iemand hem gebracht? Heeft mijn oom hem - stiekem - met zijn auto gehaald?
Hij kwam terecht bij zijn schoonzuster Martha Mullen-Menist, de zuster van zijn overleden vrouw Jeanette van Dam-Menist. Martha woonde met haar twee zoons in de Waalstraat. Beide broers waren marktmeester in de nog nieuwe veilinghallen aan de Jan van Galenstraat. Daar werden groenten en fruit verhandeld.
De woningen in de Waalstraat zijn niet groot, waarschijnlijk heeft mijn grootvader in het zolderhokje geslapen. Tot de Duitsers eind 1942 de Waalstraat ‘Judenfrei’ maakten. Martha, haar twee zoons en mijn grootvader werden naar Sobibor gedeporteerd. Geen van hen heeft het overleefd.
1948: Moeder en ik zaten aan tafel. Zij had een stapeltje overhemden die van mijn grootvader waren geweest voor zich op tafel liggen. Ik was bezig met mijn huiswerk voor de middelbare school. We woonden al drie jaar in één kamer aan de Stalinlaan 82-driehoog achter.
Er werd gebeld. De kamerverhuurster, mevrouw Joha, klopte op onze kamerdeur en riep: ‘Uw broer de dokter komt eraan!’
Even later stond hij in onze kamer. Vluchtig groette hij moeder, zette zijn hoed af en drapeerde zijn jas over een stoel. Tegen mij zei hij: ‘Zo jongeman, werk je hard op school?’ Hij had me zelfs nog nooit bij mijn naam genoemd. Hij ging zitten, pakte zijn portemonnaie, haalde er een biljet van vijfentwintig gulden uit en schoof het naar moeder die hem bedankte.
In gedachten streek moeder over de gestreepte overhemden.
‘Wat ben je nu aan het doen, Becca?’ vroeg hij.
‘Wat moet ik er nu mee?’ Het klonk nogal hulpeloos.
Ze bleef als in trance over het textiel strijken, alsof daarin iets van mijn grootvaders leven was overgegaan.
‘Van Zandvoort naar Sobibor,’ zei ze met verstikte stem.
‘Gooi het weg, Becca, hij komt niet terug.’
Hij stond op, pakte het stapeltje overhemden en liep naar de gemeenschappelijke keuken. We hoorden de klap van de deksel van de grote, voor alle huurders bestemde vuilnisemmer.