hitte amper te dragen is, schuifelen ze in korte broek en lange rok, met rieten hoeden op het hoofd, langs de uitstalling van tafellakens, sierkussens, beddengoed, handgemaakte sieraden, zeep uit Marseille, gerookte zalm en rauwe ham, hoeden, petten, groenten en fruit.
Hier doorheen beweegt Maxim zich, als een dikke vis door de modder, langzaam dalend over het asfalt dat onder zijn voeten voelt als rubber. Hij groet bekenden, de eigenaresse van de kleine bazar, de vrouw die de sieraden maakt, de man van de hammen en zalmen; zien ze hem, dan kust hij ze, zien ze hem niet, dan gaat hij voorbij. Dan nadert hij het terras van de bar van René, halverwege de straat.
Hier heeft hij de laatste koffie met haar gedronken. Ze liet hem meer dan een half uur wachten en toen ze eindelijk kwam, had ze haast, zette een weekendtas die hij niet eerder had gezien naast zich op de grond, ging aan de andere kant van de tafel zitten, en zei dat er wat haar betreft niets te bespreken was. Toen ze het kopje naar haar mond bracht, zag hij dat aan haar rechterhand de ringen ontbraken.
Uit de menigte op het terras schiet een arm omhoog. Maxim kijkt, zwaait, wijst voor zich uit, alsof hij zeggen wil dat hij verderop iets dringends te doen heeft, maakt dan met zijn hand een cirkel in de lucht, beduidend ik kom terug. De man die zwaait is zijn vriend Leo, die hier ook een huis bezit en ongeveer gelijktijdig met Maxim in het dorp is komen wonen.
Maxim heeft geen zin om zich tussen de tafeltjes door naar hem toe te wringen om aan te moeten horen wie er allemaal in zijn huis zijn, hoe lang ze blijven, wat ze vandaag en morgen gaan doen. En al helemaal niet om uitgenodigd te worden aan het einde van de middag iets te komen drinken. Hij blijft thuis wachten tot Mira terugkomt.
Hij nadert het andere terras, waarvoor de mandenmaker zijn handel heeft uitgestald. Hier kwam hij jaren geleden binnenlopen, de toegangsdeur was van aluminium en sloot niet goed, zodat op gure dagen de wind door de cafézaal joeg. De wc was een hok achter in de schuur, tussen hoog opgestapelde kratten en rotzooi die nergens meer toe diende. Nu is alles verbouwd en van een nieuwe laag verf voorzien. Het bord boven de ingang is nieuw, het meubilair is nieuw, de prijzen zijn verhoogd. Over een uur of twee, als de markt op zijn einde loopt, zullen ze hier allemaal komen eten, de vrienden en kennissen die elk weekend zijn huis bevolkten, waarvan hij de meeste niet meer spreekt.