De Tweede Ronde. Jaargang 30



[pagina 83]
Drie gedichten Frank van Pamelen Rekentaal Een optelsom Een aftreksom Met zes vermenigvuldigen Het is hem veel te moeilijk allemaal De leerling op de basisschool Hij taalt niet meer naar rekenen Integendeel: Hij rekent op zijn taal Een teller Is de kilometerteller Van de scooter Waar hij veel te jong op scheurt Want dat is leuk Een noemer Ben je als je hem verlinkt Bij de politie En dan wacht je een gecompliceerde breuk Het jochie Dat zijn macht verheft Tot grootste onder de gemene delers Dealt zijn prijzige product Een staartdeling voor hem Dat is het staartje van het hondje Van een wanbetaler Dat wordt afgerukt
[pagina 84]
Een optelsom Een aftreksom Met zes vermenigvuldigen Ze hebben geen idee wat het betekent Toch wordt er op de basisschool Door veel ontspoorde kinderen Vandaag de dag Nog heel wat afgerekend
Klepdicht O schat, wanneer je met me trouwt Sprak een monteur uit Nibbixwoud Dan geef ik je geen ring van goud Maar motorblokken, volgestouwd Met krukas, draadboom, ingebouwd Verdeeltandwiel, last-in-first-out Cylinders en in duizendvoud Bougies en carters en de rest En zij zei: ik vind alles best Als je je klep maar houdt
Lofdicht Ze goochelen met gamba's in een steelpan Doen piepers en kastanjes op de pof Maar Nederlanders bakken er niet veel van Een Nederlander slaagt alleen met lof