[Nummer 2]
Voorwoord
Traditiegetrouw heeft dit Zomernmmummer een dubbelfunctie; het verschijnt tevens als ‘Zomerboek voor de vakantiekoffer’, bestemd voor een groter publiek, en daarom staan er vooral verhalen in, zes met zorg gekozen en vertaalde verhalen uit den vreemde, van Faulkner, Hemingway, Malaparte, Ali Smith, Tsjechov en Stefan Wimmer. De eerste vijf auteurs behoeven geen krans. Stefan Wimmer is nog onbekend in Nederland, maar geniet in Duitsland na twee schelmenromans al een grote reputatie. Zijn bijdrage speelt in Mexico City.
Er zijn tien Nederlandse verhalen - en nog eens acht ZKV's van A.L. Snijders - die de lezer vele verrassende werelden binnenloodsen, van een brandend Brussel anno 1830 tot een toeristisch maar verstild Vientiane in het heden, van bezet maar nog vreedzaam Gaza in 1975 tot een zondig zinderend Moskou anno nu, van de bedrijvige badplaats Rimini in Noord-Italië tot de knekelcatacomben van zuidelijk Palermo. Andere auteurs blijven in eigen land: Wiener beschrijft een huiselijk drama in Haarlem, Lamberts speelt met tijd en leeftijd in Brabant, Sana Valiulina tekent een satirisch portret van het Gooi en A.L. Snijders beleeft zijn wereld vanuit Klein-Dochteren. Alleen David Veldmans verhaal lijkt in de hoofdstad te spelen. Overigens krijgt dit Zomernummer weer extra glans dankzij de Light Verse-bijdragen van de beste beoefenaars van het genre, van Maarten Beemster tot Ivo de Wijs.
Na menige mutatie in het recente verleden heeft de redactie opnieuw een wijziging ondergaan: Madeleine Mes is door persoonlijke omstandigheden gedwongen de redactie te verlaten; de recent gedebuteerde Nederlandse auteur Willem Jardin heeft haar plaats ingenomen.
Redactie