De Tweede Ronde. Jaargang 30(2009)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Drie gedichten Jean Pierre Rawie Brief Wij wisten wel: vanaf het eerste uur was deze laatste avond te voorzien. Wij zijn maar weinig wijzer sedertdien, de dagen kortten en de nacht werd guur. Ik draag zoveel verdriet als ik verduur en verg zoveel verwijt als ik verdien. Wij waren aan elkaar gewaagd. Misschien was dit ook geen getij voor avontuur. Misschien was ons een god niet welgezind, want ach, het brood werd ranzig, en de wijn, er zat ik weet niet wat voor bitters in. Geen roes, geen kater meer. Een koude wind komt op uit de lagune. Lief, wij zijn de eersten niet, de laatsten evenmin. [pagina 55] [p. 55] A-Kwartier Mij is mijn plek in deze buurt alleen maar voor beperkte tijd (tot ik ten slotte overlijd of anderszins verdwijn) verhuurd. De buurt is minstens evenzeer het onvervreemdbare domein van allen die er niet meer zijn, de buurtbewoners van weleer. Ik hoor hun voetstap, waar ik ga, als weerklank van de mijne gaan 's nachts in de Visserstraat, de Laan en langs de kades van de A. De tijden schuiven door elkaar terwijl ik lopend door de wijk naar de vertrouwde gevels kijk; mijn biotoop - nog hoeveel jaar. Vorige Volgende