De Tweede Ronde. Jaargang 29(2008)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Twee gedichten Patty Scholten Verpletterend Er is een dier dat kop noch poten heeft. Toch was 't beschavingsfactor nummer 1 en men noemt het paard (voorzien van hoofd en benen). De tractor heeft het paard voorbijgestreefd. Ooit was hij last- en trekdier, strijdros, dreef 't gemaal aan, dorste, draaide molenstenen. Die schone motor is bijna verdwenen, katalysator voor elk volk dat leeft. Parijs. Haast tachtigduizend paarden deden rond achttientachtig in de stad hun werk en trokken koets of kar naar kroeg of kerk. Het kruispunt bij Montmartre stond bekend als ‘Carrefour des écrasés’. Gemend werd er toen even slecht als nu gereden. [pagina 78] [p. 78] De buizerd De vrome vogel bidt voor ieder maal. Hoog in het blauw laat hij zijn vlerken trillen. Hij ziet de muizen, die van angst al rillen voor gratis vliegles, kort en terminaal. Hij kraakt hun kopje als een eierschaal en voelt het zachte bontlijfje verkillen. Nog even 't diertje op een oor na villen en toetasten voor een klein bacchanaal. De buizerd is een rover die frequent zijn klauwen boort in fietsers dan wel trimmers, zelfs in een motorrijdende agent. ‘Pas op voor buizerds!’ maant Staatsbosbeheer. Men wist het niet, hij was in Holland immers bijna verdwenen. Maar hij bidt hier weer. Vorige Volgende