De Tweede Ronde. Jaargang 29(2008)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Het handschrift van Homeros Willem M. Roggeman Op de heuvel toont het huis zijn uitzicht op zee. Onder een druivelaar eet Homeros een souvlaki. Hij wacht nog op de terugkeer van de helden. Dan komt de liefelijke dageraad blozen tussen zijn tere vingers. De witte huizen op de Griekse eilanden weerkaatsen de zon in zijn verbrande ogen. Ergens blaast een sater op een panfluit en zingt een lied van Theodorakis. Homeros zucht, aarzelt om te vertellen over de waarheid die hij zo goed kent, die de traditie hem heeft voorgezegd. Zeus, die de witte wolken verzamelt, glimlacht naar de oude bevende man. De muze laat zijn vertellend lichaam kantelen en wentelen om de dageraad die komt blozen door haar tere vingers. Met hexameters voedt Achilles zijn wrok, zijn hand is scherp geworden als het mes dat huilt in zijn betreurde vriend Patroklos. De scribent uit Smyrna, de ziener van de verre oorlogsscènes bij Ilios, zijn stem weerklinkt twintig jaar lang, ook tijdens de omzwervingen over zee tot de uiteindelijke verrassende thuiskomst. Maar de zee zindert nog na in de oren [pagina 58] [p. 58] van de goddelijke held die de Faiaken slapend op het strand van Ithaka hebben neergelegd. Op de Olympos slaat een godenkind op de maan die voortrolt als een hoepel. Dan komt weer de liefelijke dageraad blozen door haar tere vingers. De muren van het labyrint staan vol graffiti, vol woede verslindt de minotaurus de adolescenten. Homeros glimlacht om de knipogende cycloop. Deze kent het geheim van de Griekse dichter die als eerste de vreemde letters kan schrijven, ingevoerd met de handelswaar van de Feniciërs. Hij vergeet Mnemosyne, verwelkt zienderogen en kruipt rustig in de zwarte kooi van de nacht. Zijn woorden versplinteren maar dan blaast Poseidon weer in de zeilen van zijn verbeelding. Het Museum van Boston bewaart zijn stenen kop en zijn vrouw is een zingende kariatide in Athene. Raphael tekent hem zittend, met één hand op zijn manuscript. Een demiurg met woorden van marmer. Kalypso de nimf houdt zijn schaduw gevangen. De Ionische Zee vloeit heimelijk haar kamer in. Zo ontsnapt hij uit de tuin van haar verlangen. Mykene, befaamd om zijn brede bouwstenen, werd verzonnen door de cyclopen. Hun kwijlen glanst nog in de manen van de stenen leeuwen. Later zal de milde dood komen vanuit zee [pagina 59] [p. 59] en hem aanwijzen met een ivoren vinger. Zijn leven nadert steeds sneller de vervaldag. De kanonnen van Navarone storten reeds neer en over de haven van Piraeus hangt weer de smog. Dan danst Homeros vrolijk de sirtaki met de lonkende Helena van Sparta tot de liefelijke dageraad komt blozen tussen zijn tere vingers. Vorige Volgende