De Tweede Ronde. Jaargang 28

[p. 83]

Drie gedichten
Wietske Loebis^*

Koning Midas

Veel koningen zijn gul, goedlachs en groots
Bij tijd en wijle zelfs inschikkelijk
Maar koning Midas was verschrikkelijk
Zijn goudkoorts kreeg al gauw iets idioots

Hij wenste velden vol met gouden gierst
Men hoorde hem om goudreinetten jengelen
En nadat hij naar goudvissen wou hengelen
Had hij een gouden ring genavelpiercet

Wat voelde hij zich lusteloos en leeg
Die dag dat hij een gouden handdruk kreeg

* In januari 2008 verschijnt van Wietske Loebis de bundel Cavia's begin september bij Nijgh en Van Ditmar.

Ik heb een hekel aan analfabeten

Moet ik toch zeker voor mijn eigen weten
Het zal misschien onaardig van me wezen

Ze kunnen dit gedichtje toch niet lezen

Stoffelijk overschot spreekt

‘...
Waar ik het meeste tegenop zie
Is morgenochtend de autopsie’