De Tweede Ronde. Jaargang 26(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Twee gedichten Jan van der Pol Pestkop Ik had mijn broer wel honderd keer verweten dat hij steeds lachte om mijn handicap. Mijn woede vond een goede uitlaatklep en nu kan ik die pestkop mooi vergeten. Ik denk dat ik er nooit meer over rep, sinds ik hem gister bij het avondeten royaal vergeven en vergiftigd heb. Schaamteloos Te talrijk zijn de mannen die zich kwaad en driftig tot hun vrouw en kinderen richten of vloekend afzien van hun burgerplichten, terwijl het schuim hen op de lippen staat. Het zijn er velen die met hels gevloek opvliegend en vol wrevel blijven tieren; hun naasten moeten zich als bange dieren verschuilen in een kille kelderhoek. Die houding komt de mensheid niet ten goede en maakt mij telkens uitermate boos, of erger nog, ja, ik ontsteek in woede. Op zulke schoten ben ik niet gesteld; ik vind getier en boosheid schaamteloos en haal mijn gram met grof verbaal geweld. Vorige Volgende