De Tweede Ronde. Jaargang 25(2004)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Drie gedichten Ton Peters Kermistijd Vannacht zag ik mijn vader weer het kermisgoud, de grote beer de noorderzon en in de geur van zijn tabak de schiettent waar hij met gemak een troostprijs won Hij loodste me de hemel in van carrousel en suikerspin, de zoete beet waarna hij weer tot held verklaard als ridder op een houten paard de nacht uit reed Alleen de vrouw die toekomst las uit handen of een bol van glas ontbrak dit keer: door overvloed aan eeuwigheid was voor haar goktent van de tijd geen ruimte meer [pagina 55] [p. 55] Zin En elke dag opnieuw dezelfde vragen naar waarom en het begin van alle dingen en wat het nut van slagers is of moeders of helden of een hoed of halve varkens Terwijl je niets meer bent dan zomaar deze zin ontstaan ter hoogte van een mooie etalage, die aangenaam oudbruine waar men hoeden en ook de kwaliteit met hoofdletters en zo Dus net voorbij de slager, de zeer zwierige die met halve varkens over zijn schouder, die speelt dat hij de held speelt in een film waarin men meiden achteloos laat slingeren Dat doen ze trouwens alleen voor de camera, die meiden, denk ik, en dat de helden dagen droog met halve varkens oefenen en tussendoor sigaretten draaien of met hun moeder bellen Hallo moeder, hier is uw zoon de filmheld, ik ben gelukkig doodgewoon gebleven, heel goed mijn zoon, we hebben je zeer lief en bovendien het gras vandaag gemaaid Maar dit terzijde want het zijn geen slagers of filmhelden of eigenaars van hoedenwinkels en evenmin hun moeder of terloops de straat die weten waarom deze zin vandaag opeens begon [pagina 56] [p. 56] Natuur Ik heb vandaag maar tot natuur besloten, onder bomen komt de eeuwigheid dichtbij en waar geen bos is bieden vergezichten vreugde en de aanblik van toevallig vee Eerst nog voor de zekerheid een winkel, een fles wijn, ja doe maar in een zak want waar veel bomen zijn heerst algemeen gebrek aan drank en deugdelijke kroegen Dan op de fiets het laatste huis voorbij, mijn God wat is uw schepping groot en dan de voorkeur die U had voor horizon daarboven blauw en verder domweg groen En dat er sprake is van vlagen tegenwind voordat ten slotte eindelijk het bos en ja hoor, daar was eeuwigheid met paden die steeds hetzelfde naar voren en terug Steeds hetzelfde naar voren en terug al voor de laatste bank de wijnfles leeg, een wel zeer grote mus voorbij zien vliegen en dan dezelfde paden weer naar voren en terug binnen de grenzen van de stad vermeld ik in een onvoorziene kroeg dat ik dus even in de eeuwigheid vertoefde, dat is een deftig woord zei men en dronk bier Vorige Volgende