De Tweede Ronde. Jaargang 25(2004)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Drie gedichten Leo Dooper Buitenleven Wij zien voor ons geestesoog, in evenwicht op een notenbalk, een balletdanseres. Zij praat zonder woorden, draait om haar as uit noodzaak of gewoonte, op de horizon, springt ter verpozing haasje over, raakt verblind door de schoonheid van dit denkbeeldig landschap. Wij vragen het vergeziene niets; achterwaarts leunend tegen de puntmuts van een omgekomen tuinkabouter, kijken wij, ogen in het achterhoofd, naar het bleke groen van een pasgemaaid grasveld dat nog voorbij moet komen. Wij bloeien op door de lach van een ontluikend theeroosje, begeleiden de laatste gang van een openbarstende tarweaar naar de graanmolen waar meelmijt bidt om regen. [pagina 50] [p. 50] Verdriet Gaandeweg de dag zoeken onze oren onderdak in een tehuis voor gehoorgestoorden. Restanten van vijftig miljoen euro liggen te vondeling in onze tuin. Wij zijn er, maar ook niet. De zoektocht naar de katten voert ons naar dorpen waarvan wij het bestaan niet kennen. Onmacht slaat een bres in ons vertrouwen op een goede afloop. Nieuwjaarsdag tweeduizenddrie gaat in de doos voor het volgende jaar. In het schemeruur (brandende kaarsen voor hun portretten) bidden wij (uit versterving op onze knieën) voor elk dier een rozenhoedje. De schreeuw om hulp verkort het borreluur. Dit offer brengen wij voor onze poezen. [pagina 51] [p. 51] Slagveld Je pookt in smeulend vuur. Een flakkerende vlam bespreekt levensverwachting met zuurstof. Je verliest het wit tussen woorden, sprakeloos, door het heengaan van de taal. Je denkt aan de houdbaarheidsdatum van een relatie. Niets is onderheviger aan inflatie dan het wisselgeld van de hartstocht. Dromen luiden de noodklok in een oververhit hoofd. Sigaretten blazen reveille. Hoe kan het slagveld beperkt? De dorpsgek, met kalk bestoven, onthaalt de vijand, propt in de mond der gewonden bloedworst bij gebrek aan medicamenten. Je trekt een jas aan van grijze wolken waarachter het duister van naderend onweer. Alleen de bliksem heeft voorkennis van de donder. Vorige Volgende