De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Drie gedichten Patty Scholten Flamingo's in de Ngorongoro-krater Ze rijzen roze uit het water op. Een vogel voor de sier maakt je gauw kriegel. Die kronkelende hals, koket gewiegel: Tyl Uylenspiegel in een eierdop. Hier zijn het niet meer vogels voor de fop. Ik hoor een machtig ruisen, vreemd gegiechel. Maar ze zijn dubbel. In de blauwe spiegel staan duizenden flamingo's op hun kop. Een jakhals is er ook en hij heeft trek. Hij mikt en springt en heeft seconden later een waaier roze veren in zijn bek. De rest kijkt stoïcijns naar dit gesnoei. Een laatste jodel echoot door de krater. Een roze vleugel wappert slapjes doei. [pagina 58] [p. 58] Appeltje voor de dorst De eekhoorn, moeke in een winterjas, zit rechtop in het gras, gezet en pront. De pootjes in een mof van 't warmste bont, kraalogen pienter, amberkleurig glas. Ze hoeft mijn brood niet, scharrelt liever rond en vindt een oude eikel in het gras. Die komt ooit nog als noodvoorraad van pas: ze graaft een kuiltje, stopt hem in de grond. Ik zie opeens mijn moeder, want die deed hetzelfde in haar laatste vage jaren, toen ze aan ouderdomsdementie leed. Zo vonden we, nog maanden na haar dood, geld in haar laden, tussen etenswaren. Hier lag een eikel, daar een beukenoot. Keizerspinguïn De vaders houden op het ijs de wacht. Een ei, waarop ze kleumend broeden moeten, rust op hun grote zwarte warme voeten; een honderdvijftien dagen lange nacht. Er wordt gevast, gezwegen, overdacht voor welke zonden men ze zo laat boeten. De drive-in bioscoop showt noordergloed en vannacht toont men ‘De witte vlokkenjacht’. Met zwarte petjes, grijs gepluisde lijfjes, piepen er kuikens uit het Fabergé. De zon komt terug en ook uit zee de wijfjes. De mannen, allen half verhongerd, geven met tegenzin aan haar het nieuwe leven. Dan strompelen ze honderd mijl naar zee. Vorige Volgende