De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Nederlandse poëzie [pagina 29] [p. 29] Vier gedichten Leo Dooper LAT-relatie Een huis met vale luiken langs een b-weg. De verveloze voordeur weert ongenode gast. Rottend hout naast achterdeur is schuilplaats vlakbij de geliefde. Haar vuile zakdoek zwaait naar vliegen voor het raam. Een speelgoedpop met scheve grijns bewaakt een kratje bier. Het krijsen van de buitenkatten onthutst een bezoeker. Zijn bovenmaatse onderlijf staat strak gespannen, hij tokkelt op een eensnaars-instrument. Hij graaft naar zijn carrière, delft een handvol eerzucht. De vrouw staart in een bord met resten van de dag. Zij stort het overschot in rottend hout. [pagina 30] [p. 30] Op café De barman morst zijn ego naast een bal gehakt. Een aangeschoten asbak steunt op nicotinevingers. Berichten over Leven na de Dood slurpen lekbier. Het happy hour schuift glazen naar een later uur. Na onderling beraad wordt jeuk door Moederkoorn op rekening verstrekt. - Ik ben er niet - woont in de telefoon. Bacchus kent de prijs van het moeras tussen geliefden. Hij spant de kruisboog voor een schot op het verleden om de toekomst te bevrijden van wie hersens inruilt voor een zelfportret. [pagina 31] [p. 31] Afzien De dag sluipt naar het laatste uur. Wie opstaat laat vallen achter zich, wie niets heeft is angst voorbij. Elke verkleuring op een kale schedel toetst dekkracht van wijnrode kleurstof bereid uit cochenilleluizen. Ouderdomsvlekken in ceremonieel tenue raken in de ban van het Voorgeborchte der Hel. Een middelvinger tijgert door de modder in het hart. De levensader overleeft een bominslag. Cochenilleluizen kleuren bloed opnieuw. Uitzicht Er loopt een man voorbij het raam. Het glaswerk op de tafel weerkaatst de vlammenwerper in zijn ogen. Verloren liefdes waaien doelloos om zijn hoofd. Schrik niet als hij zijn linkeroor verwoest vanwege windvang noch als hij luistert naar het grommen van een kettinghond in zijn gehoorprothese. Hij duwt op lemen voeten verslofte dagen voor zich uit, herkent vandaag in gisteren. Hij blijft zonder anderen door de treurwilg op zijn ijsmuts. Vorige Volgende