De Tweede Ronde. Jaargang 24
(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 198]
| |
De elfenkoningin (I, IV, 10-12)Ga naar voetnoot*
| |
[Engels]So proud she shyned in her Princely state,
Looking to heaven; for earth she did disdayne,
And sitting high; for lowly she did hate:
Lo underneath her scornefull feet, was layne
A dreadfull Dragon with an hideous trayne,
And in her hand she held a mirrhour bright,
Wherein her face she often vewed fayne,
And in her selfe-lov'd semblance tooke delight;
For she was wondrous fair, as any living wight.
| |
[pagina 199]
| |
[Nederlands]Van brute Pluto wist zij zich het kind,
En van Proserpina, vorstin ter helle,
Maar zij vindt dat haar hoge staat het wint
Van dat soort ouders, zo doet trots haar zwellen,
Zodat zij Zeus, die veel heeft te vertellen
Ten hemel, met het vaderschap vereert,
Of wie in zijn plaats ooit de wet zal stellen:
Omdat zij slechts het hoogste ambieert
En als er iets nog hoger is, ook dat begeert.
Men noemde haar Lucifera, de fiere:
Zijzelf had zich gekroond tot soeverein,
Een rang waar zij zich valselijk mee sierde:
Geen erfrecht gaf haar recht op hermelijn;
Ze won haar rijk door tirannieke strijd
En kwaad waar zij haar buren mee belaagde,
Niet met de wet regerend, maar ‘beleid’,
Dankzij de steun van zes wijze bedaagden
Die met hun boze raad haar troon en scepter schraagden.
| |
[Engels]Of griesly Pluto she the daughter was,
And sad Proserpina the Queen of hell;
Yet did she thinke her peareless worth topas
That parentage, with pride sodid she swell,
And thundring Iove, that high in heaven doth dwell,
And wield the world, she claymed for her syre,
Or if that any else did Iove excell:
For to the highest she did still aspire,
Or if ought higher were then that, did it desyre.
And proud Lucifera men did her call,
That made her selfe a Queene, and crowned to be,
Yet rightfull kingdome she had none at all,
Ne heritage of native soveraintie,
But did usurpe with wrong and tyrannie
Upon the scepter, which she now did hold:
Ne ruld her Realmes with lawes, but pollicie,
And strong advizement of six wizards old,
That with their counsels bad her kingdome did uphold.
|
|