De Tweede Ronde. Jaargang 24(2003)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Échec Jaap Ferwerda 1. Ikaros Naast vader klom hij, in zijn nieuwe pak zacht glanzend van genot steeds hoger voor 't eerst haast evenwaardig, strak sloot het harnas om zijn spieren. En toen de vader moe werd en voorzichtig, en stuurs vermaande om vooral niet, liet hij hem achter zich en streefde hoger. Hij keek omlaag: een vadervlek. Bevrijd voelde hij druppels op zijn lijf. Zijn kleren dropen van hem af en dalend, klimmend, dalend weer viel hij in een ballet van veren omlaag, naar wie daar tot hem riep, die blinkend, vruchtbaar en verzadigd haar schoot opnieuw ontsloot en hem genadig opnam en vergaf. [pagina 57] [p. 57] 2. Phaëton Te groot, te fel, te diep de hitte die hij in 't vaderhuis ervoer: verbeten sloeg de zoon de hand aan het vuren span en ploegde in de ochtendlijke rozenbaan een ongekende vlammenvoor. Al ben je dan ook nog zo zoon van God het valt niet mee het godswerk zo te doen dat je je vader kunt vergeten. Terwijl hij stier, leeuw, schorpioen trotseerde begon hij al zijn val, ontstak de Helikon (de Muzen, naakt, verdorden voor hun tijd), verdampte zeeën en liet de aarde openscheuren, zodat zelfs de vorst der diepste schaduw zich bedreigd zag. Zijn val, met brandend haar, dreunde diep door in de gebarsten grond en doofde de verbaasde baaierd. De vader wendde het hoofd af, kende zijn bastaard niet meer. Het waren vrouwen die naderden en zijn gebroken vorm in hun gewaden borgen. Hun borsten gaven melk, geen vuur: zo wasten en zalfden zij het lichaam. Zij weenden en begroeven hem. Zij plantten populieren bij het graf aan de rivier, wier tranen later stolden tot barnsteenstuiters in het water. Vorige Volgende