De Tweede Ronde. Jaargang 23

[p. 42]

Twee gedichten
Gé van den Bovenkamp

EK Schaatsen, Heerenveen

Het is elk jaar weer een gênant gezicht
hoe al die noorderlingen - meestal Friezen -
de neut boven de nuchterheid verkiezen
‘omdat ze dat door Thialf wordt verplicht’.

Die Thialf heeft al heel wat aangesticht!
Met de oranje verf tot in de liezen
scheurt menig Mem voorgoed haar trommelvliezen
wanneer er weer een wave wordt opgericht.

Ook Heit, in een oranje leeuwenpak,
staat met zijn scheve schaatsen rond te poken
en toont zo'n rijdans aan de kijkers thuis.

Wat gaan die stijve Friezen uit hun dak!
Zelfs ik word door dit virus aangestoken
en pel een mandarijntje voor de buis.

[p. 43]

Nea wer

Slechts drie nachten vorst en ik ga hem al knijpen:
straks moeten die rotdingen weer uit het vet.
De bouwwereld denkt nog niet eens aan verlet
maar ik wil me al aan de weerman vergrijpen.

De Friezen, beweert-ie, zijn al aan het slijpen!
Ach, was ik maar kreupel. Een been afgezet
of iets met een dwarslaesie en een korset:
mijn afkeer van ijs begint hevig te nijpen.

Nooit zul je mij zien op de Dokkumer Ee!
De Tocht aller Tochten kan mij niet bekoren,
ik haat Anton Pieck en vind schaatsen abject.

Dus vrienden, doe mee! Produceer CO₂:
meer smog en geen sloot raakt hier ooit nog bevroren.
Heel Friesland gesmoord in het broeikaseffect!