De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Vijf gedichten Jaap Ferwerda Havenstad Vaktaal aan hemel en have: een komma hier, een circonflexe daar, vlak boven waar de onzichtbare eilanden huizen een harige pluim als de staart van een eekhoorn - die niet kan schrijven. De haven richt talrijke uitroeptekens op en als je verwonderd oplet zie je o veral de o van verbazing. Om maar te zwijgen van de stilte in de zeilen en in het zwart achter de sluis, ook nog het v-teken der meeuwen en het hele lange gedachtestreepje van de Noorderpier, ocharme, die eenarm met zijn ene geeuwende gedachte - nog geen nieuws zeker. Goed dat er lezen is. [pagina 35] [p. 35] De bewoners van deze stad Willen wij eens bedaren dan gaan we naar de dijk en kijken naar de zee, naar de eilanden bij helder weer, groeten passanten, maken een praatje, volgen het zwenken der meeuwen, laten de wind maar blazen, verlangen naar zon en lopen - genoeg is meer - langs een andere weg weer terug. Je houdt er altijd iets van over: zout op de mond en een zekere verstrooidheid ten opzichte van het nieuws van acht uur. [pagina 36] [p. 36] Een dagje wereld Ik groet de Allerhoogste, want het is weer alles licht, kleur, sierpapier, een optocht van kraakhelder materiaal, van vrouwen, vlinders, vogels - wat natuur zoal te bieden heeft. Er komt een bomenbos voorbij, en een zwerm bergen, kinderen op paarden, waaiend met hun haren en met kartonnen toeters in hun bek. Zelfs de achtergrond is erg interessant: een pyrotechnisch meesterwerk van speelgoed waar blokken stuiteren als ballen, en stuiters vol ranken en lianen flikkeren als sterren. De lucht bruist als een zee, de zee kolkt als een vuur, de wolkenlucht dreigt met een rotsgebergte, een lavastroom, een graf van as. Teveel, er is teveel, ook allerhande narigheid. Dat weet ik ook wel maar desniettegenstaande groet ik de Allerhoogste toch wel graag vandaag. [pagina 37] [p. 37] Dagindeling Om zeven uur opgestaan van half acht tot negen verlangd om negen uur ontbeten van tien tot twaalf gehoopt daarna een half uur gehunkerd. Gegeten en om half twee begonnen met een verwachtingsprojekt dat uitliep tot half vier. Vermoeid. Geslapen tot half zes. In gezelschap een uur zitten wensen en enkele woorden gewisseld. Toen tot half drie 's nachts de fles op tafel. [pagina 38] [p. 38] Tuinfeest Wij spraken zacht over dood, doodgaan en doden en dood belevenden. De avond streek voorbij als een trage zeilboot. Zelfs ongenode gasten sloten zich aan bij ons gesprek en vervielen tot haperende herinneringen. Met de een voor een dovende fakkels doofden ook onze woorden en keek ieder peinzend naar de grond, ons graf. Vorige Volgende