In de 18e Soera, ‘De Grot’, neergedaald na al-ghaasjija, vertelt Allah eerst het verhaal van de Zevenslapers, dan een gelijkenis over een of twee tuinen, dan een fragment van een verhaal over Mozes die zich de onsterfelijkheid laat ontglippen en met een onhandelbare man meereist, die het toch bij het juiste eind blijkt te hebben. Bedenk dus: in al deze verhalen heeft de Koran het laatste woord. De Zevenslapers, die ook nog een hond bij zich hadden, hebben driehonderd jaar geslapen en nog negen jaar erbij. ‘Zeg: “God weet het best hoe lang het voor hen duurde.” Allah heeft altijd gelijk, want hij weet meer dan de mensen. Dat geldt ook voor het volgende verhaal: hoe Alexander de Grote een dam heeft opgeworpen tegen Gog en Magog.
Alexander, koning van Macedonië, had met zijn Macedoons-Grieks leger, in de vierde eeuw voor Christus het hele Perzische Rijk veroverd, dat zich in het Oosten uitstrekte tot Afghanistan en de Indus, met als gevolg een Griekse stedelijke beschaving, tot aan Indië. Bij Kunduz is een Griekse stad opgegraven compleet met gymnasium en theater; Termez is de naam van de Griekse stad Demetrias.
Alexander was een knaap met gouden lokken die door het hele leger verliefd achterna gezeten werd, als hij tomeloos voor de troepen uitstormde. Hij is 33 jaar oud gestorven. Zijn ongelooflijke maar ware geschiedverhaal heeft meteen al geleid tot de meest fantastische overdrijvingen; eerst in het Grieks en van daaruit in alle talen in het Westen en ook naar het Oosten toe. In het Perzische nationale epos van Firdousi en vooral in een apart aan Iskander gewijd epos (want zo heet hij daar, Iskander is nog steeds een gewone voornaam in Afghanistan) van de dichter Nizani uit 1200, stormt Alexander van West naar Oost, praat met de keizer van China en wordt verliefd op een ondernemend meisje uit diens harem. Overal verslaat hij monsterlijke vijanden, aan de uiterste steppen of wouden van de wereld, waar mensen wonen zonder hoofd, of met zes armen en benen. Maar Alexander is niet alleen de wereldheerser, hij is ook de Wijze, voor wie Sokrates, Plato en Aristoteles boeken met spreuken hebben geschreven. Als hij al het geschapene doorvorst heeft, wendt hij zich tot de oneindige Schepper en wordt profeet, hij bekeert iedereen zonder moeite tot de Waarheid. Dit alles in een Perzisch epos over de westelijke veroveraar van het Perzische Rijk.
Alexander de Grote is dankzij de Alexanderroman ook in de