De Tweede Ronde. Jaargang 23
(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Drie gedichten
| |
[pagina 45]
| |
De nieuwe tijdDe binnenruimten gaan weer open
op het einde van het jaar.
Kamer na kamer. Als balzalen
staan zij te pronken. Tot diep
in het huis gaan de lampen aan.
Muziek neemt de plaats van wekkers in.
Een wereld van kussens en haardkleedjes
sijpelt langzaam de huiskamers
in. En alle opgespaarde, vuurvergulde
dagen worden in een keer
opgemaakt... Het feest begint.
Buiten steekt een eenzame archeoloog
zijn schop in de levende, zwarte klei.
Worteldraden verschijnen als de onderkant
van een toupet. Grondwater hecht zich
onder aan zijn schop, terwijl hij schraapt en
wroet en onder elke laag de Romeinen
bevroedt. Scherven, nog rood van hun nagloed,
steken uit de grond als de pantserplaten
van een kleine sauriër. Een voor een
trekt hij ze op het droge. Naast zijn
schop rekt een dikke worm zich uit
als een Duitser die de branding nadert:
De centrale haard van de Romeinse villa
kan nu niet ver meer zijn... Eeuwenoud
feestgedruis komt hem tegemoet.
| |
[pagina 46]
| |
CelgeschriftenCelgeschriften waarin ik las: Schrijf
alsof je in een dodencel zit...
Laat elk woord dan nuchter zijn,
nuchter als je was vlak na de daad.
Als de ijswind die door de tralies
naar binnen, en weer naar buiten blaast...
Buiten is er het gemodder
van mensen in de poedersneeuw...
Elk zet een tralievenster neer
voor de ander, in een eindeloze reeks...
Ook hierbinnen heersen eindeloze
getallen. Elk van ons is de middelste
van 2 andere, rusteloze getallen...
Het is als in een angstig scheepskonvooi
midden op de Atlantische Oceaan, winter '43:
Onder de waterspiegel zijn er grote en
geheime bewegingen gaande en de scheepsrompen
waren nog nooit zo kwetsbaar...
Het zijn de dagen die wrikken aan je plaats...
Met het verstrijken van de tijd
zal een teken zichtbaar worden:
Een datum die zijn periscoop
boven de golven uitsteekt...
|
|