[Nummer 1]
Voorwoord
Het Nederlands proza in dit Lentenummer bevat vijf verhalen. Michael Frijda beschrijft een kind dat zich mystiek verliest in een rozenstruik en een strelende vlinder; Jaap Kranenborg toont in kort bestek de tragiek van de kleine filatelist; Roelof Visser debuteert met zijn schets over een Nederlandse zeeman die ten prooi valt aan Caribische tropenkolder; Hein Walter komt met kalme gruwel uit de wereld van de fotografie en L.H. Wiener laat zien hoe een stervende reiger zwaarder kan wegen dan een nieuwe vriendin. In Nederlandse poëzie een dozijn dichters, onder wie drie debutanten: Cécile Evers, Hans Hoenselaars en Francie van den Hurk. In Light Verse is het thema van dit nummer - Mexico - te baat genomen door Hendrik Jan Bosman, Gé van den Bovenkamp, Frits Criens, Quirien van Haelen, Kees Jiskoot en Peter van den Tillaart. Wij verwelkomen Koos Dijksterhuis als nieuwkomer in deze rubriek.
Nederland wordt op het moment overspoeld door manifestaties van de Mexicaanse cultuur, en dit nummer sluit daarbij aan. Hub. Hermans geeft in Essay een helder overzicht van de Mexicaanse literatuur van de laatste halve eeuw, terwijl Robert Lemm met zijn stuk over de Maagd van Guadalupe laat zien hoe inheemse en Europese krachten samengaan in de cultuur van Mexico. In Vertaald proza zijn verhalen bijeengebracht die maar weinig gemeen hebben met de dagelijkse werkelijkheid. De steekwoorden zijn rijke verbeeldingskracht, gevoed door de historie, magisch realisme, absurdisme en misschien zoiets als postmodernisme. Bij Areola strandt een voorgenomen treinreis in Kafkaëske verwarring; Rosa Beltrán nuanceert de vrouwelijke emancipatie door observaties op het damestoilet; bij Bergua wordt de creatieve fantasie een beeldend kunstenaar fataal; Fuentes biedt een spannende speurtocht naar een klein meisje uit een geliefd verleden, maar leeft ze nog? Pacheco verdiept zich in een mysterieuze verdwijning die stof biedt voor politieke satire. Het ironische pension-verhaal van Villoro is bijzonder door de ontknoping.
Vertaalde poëzie probeert in 24 pagina's een beeld te geven van de Mexicaanse poëzie, doorgaans eenvoudig van vorm, lyrisch en ironisch van toon. Dood, liefde en eenzaamheid zijn de te verwachten thema's. Pacheco is ook hier vertegenwoordigd met zijn sardonische commentaren op het leven. Opvallend zijn de prozagedichten van Sabínes en Torri. Drie gastredacteuren hebben dit nummer mede tot stand gebracht: Catharina Blaauwendraad, Hub. Hermans en Sander de Vaan.
Redactie