De Tweede Ronde. Jaargang 21
(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Drie gedichten
| |
[pagina 72]
| |
NachtvlindersDie motten van de nacht, zijn ze volleerd
in bloemen zoeken die 's nachts opengaan?
De rups heeft zich voor twee tegoed gedaan.
De vlinder vast vaak, in zichzelf gekeerd.
Ze zijn niet zo frivool als men beweert.
Met saaie, vaal verschoten mantels aan
willen ze aldoor vliegen naar de maan.
In zonlicht worden ze tot stof verteerd.
Voor wie de nacht gekozen heeft, is licht
een raadselbol waarin hij op wil branden.
Terwijl wij schemeren, vliegt hij gericht
naar vuur of lamp. Ik ga op vlinderjacht
- een vederlicht gefladder in mijn handen -
en stuur hem veilig naar zijn zwarte nacht.
| |
[pagina 73]
| |
JorisHij is de Tweede Ronde harlekijn
(zo heet een witte kat met zwarte vlekken)
en slaapt of zit zich geeuwend uit te rekken
in Mulliner's, tussen de glazen wijn.
Het is de kater van de kastelein
die wij uit mus- en muizendromen wekken
met praten, lachen, vurige gesprekken
over Ovidius, Bloem, Gertrude Stein.
Zo menig boek dat hem bij 't dromen hielp:
‘Of Mice and Men’ heeft hij met smaak verslonden,
‘De Ortolaan’, de ‘Mus’ van Hanlo (tjielp).
Een spierwit oor vlagt uit; hij is ontwaakt.
Er is in zee een coelacanth gevonden!
Hij droomt weer verder. Hoe zo'n visje smaakt.
|
|