De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Munch Nico Weber I Is het een dag geleden of een week dat hij een echtpaar naar de plek zag kijken waar niets te zien was in het vreemde licht dan een verwarrende verlatenheid, een leegte, zinderend achter een hek - of moet het nog gebeuren, wordt hij gek? Ontmoet hij ook de griezel nog die hem de laatste tijd komt storen in zijn dromen en hem, net voor het allerzoetste nadert, met kreten uit zijn bed jaagt - zo chaotisch dat hij zich afvraagt: schreeuwde hij of ik? Hoe zou hij dit een ander moeten zeggen, bestaan er woorden voor, in welke taal? Met die gedachten is hij opgestaan en om ze te vergeten ging hij weg, het pad op waar geen mens is te bekennen, de stad in, zoekend naar vertrouwde buurten. [pagina 53] [p. 53] II De hitte overvalt, snijdt en vertekent de ruimte van een oude esplanade, verstikt een bijna ingeslapen hof, ontzielt de schaduwen van binnenplaatsen - betovert en ontgoochelt in een zucht de lucht die hij wel inademen moet, het licht dat hij niet meer ontwijken kan. Uit grachtwater, de werven en de toren, ziet hij de vlekken voor zijn ogen spatten. De huizen gloeien en de straten draaien in lichterlaaie weg, worden decor: karton dat schroeit, papier dat vlam zal vatten - als as zal opwaaien of het nog leeft. Hij komt aan het doodstille, grijze plein waar in het midden, uit een siermotief, sneeuwwitte kiezels spiegelen, weerkaatsen als smeltwater in zon: een lichtfontein, doorzichtig en onmogelijk massief. [pagina 54] [p. 54] III Er is geen richting meer om te ontsnappen. De zon staat op haar allerhoogste punt. Op dit uur leiden alle wegen naar andere pleinen in hetzelfde licht. Het kan niet, toch begint het omgekeerd: de nagalm van geluid dat nog moet komen schraapt diep in de omliggende bebouwing, wordt sterker: of een hand met stalen nagels een teken in een schoolbord krassen zal. Wat vierkant was, verschijnt in ronde lijnen. De dingen suizen, gonzen van verval, weerkaatsen iets wat hij niet kan begrijpen - wat net nog op een plein leek, valt hem aan. Hij weet niet of hij zelf begint te schreeuwen, waar het geluid vandaan komt en hij drukt zijn handen op zijn oren. Hij staat stil en snakt naar adem. Dan weerklinkt de gil. Vorige Volgende