De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Drie gedichten Marc Tritsmans 1826 n.Chr. Vrouw aan de piano In deze kamer waarvan de muren jarenlang op me zijn afgekomen zit ik nu alle uren van de dag achter de vleugel. Sinds op die godverloren avond (maar er waren er geen andere) de ingehuurde pianist plots een sonate van je speelde en mijn leven opnieuw begon. Ik oefen weer mijn stramme vingers, ga als een opgewonden kind op zoek naar elke partituur. Ludwig, zelfs zonder hoop op antwoord schrijf ik jou. Ik warm me dankbaar aan je vuur. [pagina 77] [p. 77] 1919 n.Chr. Flamingant Op het verkeerde paard gewed. Maar eindelijk iemand die ons niet in bescheten Frans had toegebeten dat we moesten oprotten met dat onbehouwen Vlaams. Wie wordt geminacht zint op wraak. En net toen verschenen zij op het toneel, deftig en beleefd. Met de wapens kwamen ze pas later, met hun barse Duits al evenzeer. En nu zijn wij plots verraders van een vaderland dat ons eeuwenlang vernederd heeft. 1999 n.Chr. Hier, nu Vanwaar ik droom en schrijf en liefheb ingescheept voor deze vreemde reis. Slechts gewapend met de zekerheid dat door eeuwen en ijstijden, dwars doorheen het eindeloze strijdgewoel de ononderbroken draad van Ariadne loopt waarmee ik aan het begin van alle tijd zit vastgeknoopt. En onderweg is iets van mij ooit alles al geweest. In de duisternis van genen broeien al die vreemde levens. Geduldig wachtend op een kans om nog eens toe te slaan. Vorige Volgende