De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Twee gedichten Kees Jiskoot Afgunst Jalóers dat schrijver dezes is op iemand die belezen is! Zo las ik nooit één letter van Eugène Patin en Schnettermann; van Broeckx en Brackx, die Vlamingen, ook niks, tot mijn beschaming, en van Ruslands roem, Lev Sjerberitsj, ken ik de naam en verder niets. Dan zwijg ik nog van Gieterling, John Sisselhurst en Wiegeling, terwijl ook 't werk van Beau Gelam mij nimmer onder ogen kwam. Eén troost: zover valt na te gaan, heeft geen dier schrijvers, a) bestaan en, b), zo al, geen ene pen werd ooit beroerd door een van hen. [pagina 70] [p. 70] Een arme zondaar Eert uw vader en uw moeder, dood niet, breek ook nooit de echt, steel niet, wees uws broeders hoeder; noch diens dienstmaagd, noch diens knecht, noch zijn vrouw zult gij begeren, noch zijn ezel, noch zijn rund. Kort en bondig eist de Heere dat g'uw buurman niets misgunt. Nou, die dienstknecht mag-ie houwen, groter sukkel is er niet, maar hoe vaak ik, arme ouwe, niet zijn dienstmaagd, Trees, bespied... Zij loopt sierlijk als Abisag, weet u wel, die fraaie blom die bij David vis-à-vis lag in zijn kille ouderdom. Ik, als kleumende bejaarde, wil ook wel zo'n kruik in bed, maar geen ziekenfonds ter aarde heeft dat moois in zijn pakket. Heer, wie zal het lijf verwarmen van een vent met enkel Drees? Zeker, zalig zijn de armen. Dat slaat ook op die van Trees. Vorige Volgende