De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Nederlandse poëzie [pagina 56] [p. 56] Twee gedichten Bernd Bevers Op een dag leg je je handen rustig in de schoot van het licht te kijk om je over hun leeftijd te verbazen. Op een van die nachten schrijf je voor het eerst met de punt van je schoen het woord Dood in de kantlijn van het water dat als een eindeloze stoet ontheemden zwijgend de donkere gevels van de stad passeert. Daarna steek je de schouders in de rug, je doet de groeten aan de wind terug en gaat naar huis. Vanaf dat ogenblik tot aan de dag die toekomst wordt genoemd zal het voortaan winter zijn. Berichten bij de maaltijd Ons wordt de kracht van de wind gemeld, het aantal stappen per minuut waarmee hij een hoek om snelt en dat het vuur van een bevriende ster, dwars door de lagen van de atmosfeer als door een hemd, de naar het licht gekeerde wang van de planeet verzengt. Voorts horen wij dat water, conform de wetten van de zwaartekracht, als alles wat toekomst noch verleden kent, van boven naar beneden stroomt en dat de tijd ook in het universum van een hoofd met geen andere dan de snelheid van de tijd verstrijkt. Daarna zien wij het beeld dat hierop volgt: gepresenteerd als oorzaak voorafgaand aan gevolg: figuranten op een laadbak door elkaar gegooid, in een streek waar explosies het uitzicht beperken, en de regelrechte poging om in volle vaart het hoofd van de bestuurder zo te raken dat de rest het overleeft. Vorige Volgende