De Tweede Ronde. Jaargang 20

[p. 69]

Twee gedichten
Patty Scholten

Geroerd

Muziek werd door mijn moeder hooggeschat.
Kun je nog zingen, zing dan mee. We deden
een karretje dat langs de zandweg reed en
van Hannes loopt op klompen dat het spat.

Mijn moeder speelde, wij lazen van blad.
Maar dit blad meldde zulke treurigheden:
Er waren knollenhaasjes overleden,
de voerman-vrind kwam nooit weerom, zodat

mijn stem brak als het roosje op de heide.
Men lachte om het kleine kind dat schreide.
Naar bed, naar bed. Daar waakt een engelschaar.

De ziel is vast een schelp, die open gaat
als er zout water stroomt. En kijk, er staat
een zeepaard bij op wacht, onwankelbaar.

[p. 70]

Wandeling Position - Yukinori Yanagi

Hij heeft een bosmier uit zijn nest gehaald,
zwart glanzend getailleerd, met ferme kaken.
Yanagi laat hem nu een kunstwerk maken,
knielt naast hem neer, tot lijntrekker gedaald.

De mier is hier de baas en hij bepaalt
zijn loop. Een waskrijt volgt hem, trekt scharlaken
patronen die steeds vaker elkaar raken.
In honingdruppels wordt hij uitbetaald.

Ziehier een mier, ontheemd en vol verdriet.
'k Ren eindeloos door wit, mij volgt rood vet.
Ik zoek alleen mijn nest. Het is hier niet.

Misschien toch wel, als ik de lijst verlaat.
Maar ik word elke keer weer teruggezet.
Ik ben geen kunstenaar. Ik ben soldaat.