[De Tweede Ronde 1999, nummer 1]
Voorwoord
Brazilië is het grootste land van Zuid-Amerika, groter dan het werelddeel Australië (met een tien maal zo grote bevolking). Dit immense Derde Wereld-land, met zijn futuristische hoofdstad Brasilia, is in ons deel van de wereld vooral bekend vanwege samba, carnaval, voetbal en tangaslip. Het is ook de sensuele multiraciale mengcultuur van Indianen, Europeanen en Afrikanen, met exotische secten, schrille tegenstellingen tussen arm en rijk, vliegende inflatie, maximale bureaucratie en corruptie, bruut geweld, krottenwijken, zwerfkinderen, een regenwoudgebied dat miljoenen jaren oud is en nu wordt kaalgeslagen en een woestijn dreigt te worden zo groot als West-Europa. Een derde deel van de bevolking weet met bewonderenswaardige vitaliteit en vindingrijkheid te overleven onder het bestaansminimum. Analfabetisme is algemeen onder de armen. In andere sectoren van de samenleving laat de modale Braziliaan zich er niet graag op betrappen ooit een boek te lezen. En toch zijn er in deze eeuw Braziliaanse schrijvers opgestaan die tot de wereldtop behoren, en die door het gedreven ambassadeurswerk van August Willemsen in ons land de reputatie hebben die hun toekomt: Drummond de Andrade, Machado de Assis, Graciliano Ramos, Guimaraes Rosa.
We zijn Willemsen dankbaar voor zijn bijdrage aan dit Brazilië-nummer (in Essay). Maar de gastredactie is verzorgd door twee jongere Brazilië-kenners, Hermien Gaikhof en Bert Meelker, die samen tekenen voor het verzamelen van het materiaal, de inleiding bij de opgenomen kopij (in Essay), en bovenal voor alle vertalingen in dit nummer, zodat dit niet bij de afzonderlijke teksten behoefde te worden vermeld. Uit hun keuze van verhalen en gedichten zal duidelijk worden dat er, ook buiten het werk van de eerder genoemde grootmeesters, nog veel verrassends te ontdekken is in de bonte tuin van de Braziliaanse literatuur.
Het Nederlands proza in dit nummer bestaat uit drie verhalen van beproefde medewerkers: Arjaan van Nimwegen, Jan Schotte en L.H. Wiener. In Nederlandse poëzie zijn drie nieuwe namen te signaleren: Jan van der Haar, Marijke Hanegraaf en Marianne Los; van Bart Plouvier publiceerden we tot dusver alleen proza. Light Verse biedt de gebruikelijke verscheidenheid aan hilarisch materiaal; Gé van den Bovenkamp en Drs. P hebben hun bijdrage afgestemd op het thema Brazilië. Tot slot een excuus aan de lezers voor de bescheiden omvang van dit nummer; na de niet eerder vertoonde dikte van het Nabokov-nummer moesten we ons dit keer beperken.
Redactie