De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Twee gedichten Patty Scholten Oude dames Ruim voor de bus vertrekt zie ik ze naderen. Ze lopen zo behoedzaam in de pas. Hun schoenen passen altijd bij hun tas. Gezonde kousen steunen oude aderen. Een fleurig sjaaltje in hun saaie jas. Wat lipstick camoufleert het dor ontbladeren en zilverwitte krulletjes omkaderen 't gezicht dat vroeger mooi of lelijk was. Dit is mijn voorland, zo zal ik verwelken. Ik maak een praatje met ze over 't weer en ruik een vleug parfum van aronskelken. De bus vertrekt. Ze zingen zacht een lied, sirenen met een lofzang op weleer. Ze wenken naar me. Maar ik wil nog niet. [pagina 94] [p. 94] De zeearend Er wordt misprijzend op me neergekeken. De grote vogel met de kille blik staart door me heen tot op mijn kale ik. Zo keek de leraar ook bij zedepreken. Het bruine verenkleed lijkt pas gestreken. Een ferme snavel, aan het eind een knik. De nek is als een Griekse zuil zo dik, zijn vleugels doen een aartsengel verbleken. Ik zie hoe hij een kleuter gadeslaat en schat: niet snel, goed mollig, aan de maat. ‘Beslist niet voeren!’ staat er op het bordje. Hij vliegt op. Ik blijf vol verbazing staan. Zijn staart toont een geschulpt, wit diensterschortje. De generaal heeft vrouwenkleren aan. Vorige Volgende