De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Twee gedichten Jan Dullemond Naast de brug over de Quadalquivir Ik heb een slecht geheugen voor details; op foto's zie ik waar ik ben geweest. Bij de naam hoort een rivier; bij de rivier een beginnende liefde. Bij die herinnering hoort een foto, om de tijd te overbruggen, met mijn geheugen: uitzicht op de Mezquita de Córdoba en zij met een boek op de voorgrond; als bekroning van dat moment, besloot ik. Bij die brede rivier hoort haar naam. Dat moment was, gelukkig, geen ogenblik in rust, een drijvende kracht, een rivier. Op het negatief werd alles vastgelegd wat ik toen zag; de sluiter was stuk bleek achteraf, en er was niets te zien. De foto is een bron van verbeelding tot in detail, vier jaar later; geen beeld van de Mezquita, van de Quadalquivir. [pagina 56] [p. 56] De nulmeridiaan van het toeval Nergens kwam hij zo gevaarlijk dicht bij alledag en een zekere dood als toen hij hen hun god aan hoorde roepen om herhaling, vruchtbaarheid, vrije tijd. Bij het doorwaden van de laatste nacht trokken de laatste expeditieleden uit zelfbehoud hun instemming in niet te weten waar ze aan begonnen; hij zou onredelijk zijn, driftig. En hij schreef 1996 in zijn logboek, in het besef dat dit niet de nulmeridiaan kon zijn waarop hij zich zal richten. Hij kent de omstandigheden, de verwachting van een pad, het vertrouwd gevaar, geen doel om op af te gaan, een zinloze dood. [pagina 57] [p. 57] Zijn instrumenten laten het afweten en hij bepaalt snel wat coördinaten: laat het geen historische dag zijn vastgelegd voor het nageslacht, laat het geen stap terug zijn, laat me maar zien wat gebeurt. En hij stapt het toeval in; op zijn waardering betreedt hij het onbegonnen gebied dat hem gelegenheid laat niet te zijn wat hij blijft. Het uitzicht krijgt gestalte, zo voorstelbaar dat het mogelijk lijkt. Vorige Volgende