De Tweede Ronde. Jaargang 17(1996)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Drie gedichten Paul van den Hout Gradus de Parnasso Ik ga de poëzie opgeven. Pen, geest en fantasie zijn sleets, en vrijwel ieder vers lijkt reeds thematisch eindeloos herschreven: drank, liefde, dood... ach om het even of Dante, Shakespeare, Blok of Yeats (laat staan een Bellamy of Beets) erdoor tot dichten is gedreven, niets leer ik van het echte leven. Dat, als hij heengegaan is, steeds zijn naam op aarde rond blijft zweven (waar hij ook in mag zijn gebleven, hartstilstand, Alzheimer, of Aids), ziedaar des dichters ijdel streven. [pagina 56] [p. 56] Illusoir Natuurlijk, zoals ik het nu zie, zat er niet echt een nieuw begin voor u en mij, mevrouw, meer in en scheidden wij opnieuw met ruzie. Geen opzienbarende conclusie: wie het, als ik, met zestig-min weer aanlegt met zijn ex-vriendin, wacht uiteraard een desillusie. Toch denk ik steeds nog, als ik u zie voorbijgaan, neusje in de wind: ‘Daar gaat ze weer, het lieve kind. Ik wil, al kost het een contusie, daar ik mijn hoofd wéér stoten zal, mijn hart ophalen, dat zij stal.’ Zelfbeeld Toen ik, na weer zo'n nachtje in de kroeg, mijn drankkop zag weerspiegeld, 's ochtends vroeg, zei ik, op rijm, vijfvoetig en in jamben: ‘Bien étonné de me trouver ensemble!’ Vorige Volgende