De Tweede Ronde. Jaargang 16



[pagina 78]
Twee gedichten Ivo de Wijs De lezer Hij reist onder de meest azuren luchten Voortdurend met de reisgids in z'n hand Want met de welvoorziene informant Heeft hij van niets of niemand wat te duchten Hij leest zich door het mooiste buitenland Hij leest zijn weg door steden en gehuchten Hij staat voor de beroemde Brug der Zuchten En leest: ‘De brug is oud en imposant’ Hij moet naar huis toe na een week of drie De leesbril kan terug in zijn etui Het dikke boek wordt eindelijk gesloten ‘Hoe heb je het gehad?’ vraagt z'n gezin ‘Fantastisch,’ jubelt hij, ‘ik heb genoten Maar jammer van die drukfout achterin’

[pagina 79]
De eter Zeg: ‘Brussel’ en hij antwoordt: ‘Zukke borden!’ Zeg: ‘Bali’ en hij antwoordt: ‘Hete vis’ Zeg: ‘Rome’ en hij antwoordt: ‘Niks mee mis Die pizza's en die pasta's: dik in orde’ Hij meet de verre landen aan hun dis Van Rusland weet ie dat z'n maag er knorde Van Kos dat ie d'r gammel is geworden Van Wenen dat de taart uitstekend is Vraag nooit: ‘Hoe was de rest van het program?’ Vraag nooit: ‘Wat vond je van de Notre Dame?’ ‘De Notre Dame?’ Hij streelt zijn onderkinnen En kijkt je lange tijd nadenkend aan ‘De Notre Dame, daar ga ik nooit meer binnen Ik vind die obers niet om uit te staan!’