De Tweede Ronde. Jaargang 16(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Twee gedichten Patty Scholten De schelp Op elke schelpetop zie je contouren van 't oudste slakkehuis. Werd het benauwd dan is er steeds een stukje aangebouwd met stekels, ribbels, parelmoeren vloeren. Ik stel me voor hoe hij steels zat te loeren hoe of het verder moest. Hij maakt geen fout, de bouwmeester die zelf zijn huis versjouwt, zelf metselt en de verftinten moet roeren. En hersens heeft hij niet. Hij is een slak. Maar naadloos zijn de wanden, kleurpatronen gaan vloeiend over, glanzend is de lak. Zijn leven omgebouwd tot meesterwerk. In God gelooft hij niet, noch in demonen. Hij is de Schepper en hij draagt zijn kerk. [pagina 76] [p. 76] De piraña's Hun bek staat open of ze kreten slaken, die smoren in het nat. Een kleine vin wuift loom. Ze hebben duidelijk geen zin iets gruwelijks te doen met stalen kaken. Het lijf leiblauw als ongepoetste tin en - blikvanger voor charmes die ontbraken - bestrooid met glittertjes die vonken maken: plomp discomeisje met een beugel in. Is dit de gup die zich op mensen stort? Geen bloeddorst. Als er vlees gevoederd wordt, eten ze bijna sloom hun koude prak. Ik zie een groot zwart oog, met goud omgord, emotieloos. Een vin wijst naar het bord: ‘Piranha's. Niet met vingers in de bak.’ Vorige Volgende