De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Twee gedichten Max Niematz Violen In een halve kring staan ze, de violisten, hun wangen gloeien, hun baarden wippen, hun knieën knikken, je ziet de warme glans op het hout van de klankkasten, maar wat de snaren zéggen, dat hoor je niet. Doe dan je ogen dicht en weet wat het is. Ze zeggen hoezeer ze verlangen. En ook bevangt nu verlangen: naar baarden, wangen, knieën, want o, het verdriet van de blinde is groot. Gigue De wet is gul en goed, het land maagdelijk. De speelman noodt ons buiten onder de lindebomen. We slachten de vetste gans, de puddingen zijn warm en dik, maar ach, wat nu? De deur van de herberg zit dicht. Boer noch schoppenvrouw wil komen. Schraal en allenig klinkt de gigue uit de doedelzak. Waar kruiken en pinten overstromen. Vorige Volgende