De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Trio Maarten Doorman 1 Zonder ophouden zegt de klarinet niets, de klarinet zingt niet, poetst nooit haar tanden, de klarinet neuriet van slecht weer met een geluid van oud nat riet dat geen onderdak biedt aan wat nog zwoegt op een lied. De klarinet draagt niet ver, in mist op zee is zij een roepende in de woestijn, de klarinet ziet het neusverkouden protest van de trompet over het hoofd, besuisd klaagt zij en weet van geen ophouden. [pagina 55] [p. 55] 2 Stokkerig gaat de cello, licht aangeschoten struikelt hij het best in triolen, een kruisdode gigoio die zijn ooit onwankelbaar geloop eraan heeft gegeven. Gespeeld wordt hij een insekt - gelakte hommel die zoemt, een bange sprinkhaan die vastzit en leven maakt als een stomme krekel die de dag verkwist - een bromvlieg gevangen in het web van de componist. 3 Het hangt af van de stem - instrument waar je met de handen van afblijft, dat ergens onderhuids is gaan slingeren een operatieklem die knijpt, balg die fluit en trommel die beroerd wordt, dichter dan op de huid vervoert tot het met adem en al de strot uitzweeft, voor haar en hem, van graszacht geschommel tot koperluidkeels, van de stem gaat alles uit. Vorige Volgende