[De Tweede Ronde 1994, nummer 3]
Voorwoord
Muziek is de kunst die de mens het diepst kan aangrijpen en vele bijdragen in dit Muzieknummer getuigen daarvan. Van oudsher bestaat er een band tussen muziek en taal, want de oudste muziek was stellig krijgsgezang, ondersteund door gestamp en geroffel; die relatie vormt een Leitmotiv in dit nummer. Een oud twistpunt is of muziek zonder woorden beelden oproept die een verhaal vertellen. Het fragment uit Heine's Florentinische Nächte over ‘vioolvampier’ Paganini, in Vertaald proza, maakt duidelijk van wel; anderzijds illustreert het verhaal van Fogazzaro hoezeer die beelden voor ieder anders zijn. In Vertaald proza voorts proza van Isaak Babel (over een accordeonist); van Beethoven (een schrijnend ego-document over zijn doofheid); van Berlioz (een fraai fragment uit zijn memoires); van Sjostakovitsj (brieven over het ontstaan van zijn Dertiende Symfonie); en van Tolstoj (een hilarische boutade tegen Wagners Siegfried).
In Vertaalde poëzie naast vier negentiende-eeuwers (Barrett Browning, Baudelaire, Schiller en Tennyson), vier vroeg twintigsteeeuwers (Boenin, D.H. Lawrence, Mandelstam, Rilke), éen oudere tijdgenoot (Ripellini) en éen jongere (Vikram Seth), met een nieuw hoofdstuk uit The Golden Gate dat in het Zomernummer niet meer mee kon, maar genoeg muziek bevat om in dit nummer niet te misstaan. In Essay een beschouwing van Maarten 't Hart over de barre teksten die Bach niet verhinderden er goddelijke muziek op te schrijven, en een stuk van Drs. P over de cafémuziekcultuur uit een nabij verleden. In Light Verse veel oude bekenden en éen debutant, Serge Helfrich.
In Nederlandse poëzie werk van twaalf dichters onder wie verscheidenen die enige tijd ontbraken in ons blad. De rubriek telt vier nieuwelingen: Pieter Breman, Joske Janszen, Syb de Lange en André Spruit. Ook Nederlands proza is ruim voorzien: een stuk autobiografie over muziek en kinderjaren van Marko Fondse, een fragment van Hans Koning waarin de wijsheid van de evergreen aan bod komt, een verhaal van Erik Lotichius (nieuw in ons blad) over Wagner en zijn streken, en een van Henk Romijn Meijer, waarin jazz de hoofdrol speelt.
In Tekeningen, tenslotte, dromerige muziekimpressies van Nemanja Mitrović, kunstenaar uit ex-Joegoslavië die pas kort in ons land verblijft. De dramatische prenten op voor- en achteromslag zijn van een anoniem tekenaar en komen uit een reeks die ooit in minieme oplage is verschenen bij de Bosbespers.
Redactie