‘Volgens mij haat jij kraaien.’
‘Wat heeft dàt er nu mee te maken.’
‘Nu weet ik het zeker, jij denkt net als een boer uit de Noordoostpolder.’
‘Wat een onzin! Het enige dat ik zeg is dat ik het onnatuurlijk vind om een gekortwiekte kraai in de tuin te houden. Dat is vragen om problemen.’
‘Het is anders een jaar goed gegaan en hij kan al bijna weer vliegen. We zouden hem vrijlaten bij de Oostvaardersplassen, weet je nog? Dat kunnen we nu wel vergeten.’
‘Had die volière maar eerder gemaakt.’
‘Tja... daar zeg je wat.’
‘Als je dan per se wilt... schiet hem dan maar tegen zijn staart...’
Ik zet de buks in de schuur weg, nadat ik enkele druppels wapenolie in de loop heb gegoten, gekocht tijdens de vakantie in Frankrijk. L'huile ANTIOS. Ce produit anticorrosif de composition spéciale est à employer pour le nettoyage des canons. Canon. Betekent: loop. Loop of vuurmond. Niet kanon.
Een kanon heb ik niet nodig.
Nu even naar de Kato toe.
Hij staat al ongeduldig op me te wachten, met een grote grijpvoet tegen het gaas. Ik trek zachtjes aan een van zijn vier lange zwarte nagels, die als kromme messen naar buiten steken.
‘Dag diksok...,’ zeg ik in onvervalste kraaientaal.
Hij knort twee keer, hetgeen betekent: kom nou even binnen.
Ik duw de messing schuif weg en stap zijn kooi in.
‘Dikke Katokraai...,’ begin ik en ruik aan zijn kop en snuif die lekkere, zoet-weeë verenlucht op.
Hij buigt zich naar voren en luistert aandachtig naar mijn basstem, die ongeveer de volgende mededelingen in zijn nekveren begint te brommen: benne de kato nog bang... hmmm... of isse de kato nog een kroi... diksok... hmmm... heppe de kato nog een badje gedaan... of moete de kato nog een badje doen...
Dat werk.
Dat uren zou kunnen doorgaan, als het aan Kato lag, want kraaien hebben de tijd.
Ze kunnen zestig jaar oud worden.
Het gezichtsvermogen van een kraai is tweeëneenhalf keer zo scherp