De Tweede Ronde. Jaargang 14(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Light Verse [pagina 89] [p. 89] Twee gedichten Frits Criens Inspiratie Ze had me voor een glas geïmiteerd En zo; het dichten was een slappe boel Ik dacht: en zo lala, dat inspireert Wellicht; de drank was koel, ze kroop heel zwoel Meteen op schoot, (reeds breekt een stoeterij Kwatrijnen bronstig los!) de stugge stoel Verdreef ons naar het waterbed (joechei, Daar steigert fier een hengst van een terzet!) Net toen schoof K. Arweien, Schoonmaakmij, Op ladders langs de ramen van haar flat En werd als muzezoon de ader van De levensechte chute van dit sonnet Want daar - dat ik dit nog vertellen kan! - Stond haar in vechtsport zo getrainde man. [pagina 90] [p. 90] [Je bent fantastisch, liefste, ongelogen] Je bent fantastisch, liefste, ongelogen Al ziet mijn moeder dat met lede ogen Je bent met warme zorgen steeds attent Was ik je kind, je lichaam zou me zogen Het is geweldig hoe je voor me rent Voor mij, je knuffelbeer, je malle vent Die jij niet één moment alleen zult laten In kerk of kroeg, nee nooit ben jij absent Ja, sta ik met de buurvrouw eens te praten Ze heeft phytophthora in haar tomaten Dan hou je mij met valse ellebogen En knietjes in mijn kruis wel in de gaten Genoeg: een balk, een touw, genevermoed En hup, daar hangt mijn lieve vrouw, voorgoed! Vorige Volgende