De Tweede Ronde. Jaargang 14(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Vaderhuis en heksenkringen Jos Versteegen I. Huiswaarts Als wij, de sprakeloze blinden, bij oud verdriet en nieuwe maan geen troost of uitweg konden vinden, betraden wij de oprijlaan. Maar dolgedraaide westenwinden grepen de forse kruinen aan om onze moederbrede linden hardhandig uit het veld te slaan. Hun blad bewoog onhoorbaar zacht, met duizend tongen spraken zij. Nu laat geen slagboom ons voorbij. Ons rest een lange dodenwacht, en keren straks de winden weer, hoor dan: de stilte ruist niet meer. [pagina 24] [p. 24] II. Weg Een late reis naar ons domein van zon, fazanten en seringen. De banden op het asfalt zingen. Wij scheuren door het mistgordijn. Het landgoed dat wij binnendringen zal stof voor onze dromen zijn, want iemand trok een zwarte lijn door vaderhuis en heksenkringen. De kamers hangen in de lucht, de trap voert van de berm omhoog naar 't halflicht van oranje lampen. Wij zijn de leegte ingevlucht om ons met schellen voor het oog aan nacht en nevel vast te klampen. III. Rouwranden Ik zie hem langs de grenzen lopen die aan zijn akker zijn gesteld. Het zwaar verkeer dat langs hem snelt waait moeiteloos zijn mantel open. Ik weet dat hij de oogsten telt die door het teer zijn aangevreten. Breed ligt het asfalt uitgemeten dat zijn gering perceel omknelt. Zijn ogen, rood in blauwe kassen, gaan achter zijn rouwrandenbril de laatste voren op en neer. Dit is de tuin van mos en grassen, het land dat niemand kopen wil. Ik erf zijn kleine veld van eer. Vorige Volgende