Voorwoord
In dit Lentenummer Nederlands proza van twee nieuwe auteurs in ons blad, Jan Hontscharenko en Maarten Terwiel, en een verhaal van Frans Pointl. In Nederlandse poëzie o.m. werk van Wim Brands, Jean Pierre Rawie, Renée van Riessen en Georgine Sanders. Ook in deze rubriek twee nieuwelingen: Jan Dullemond en Len Tiber.
Het buitenlandse gedeelte van dit nummer betreft Australië. Dit land is allang niet meer het provinciale naneefje van Engeland, maar een natie met een indrukwekkend pluriforme cultuur (in totaal maken 140 voormalige nationaliteiten deel uit van deze smeltkroes). Vertaald proza bevat vijf verhalen, van Murray Bail, Lolo Houbein (immigrante uit Nederland), Mudrooroo (belangrijkste aboriginal-auteur), Patrick White (Nobelprijswinnaar) en Tim Winton (jong talent). De selectie in Vertaalde poëzie moest beperkt blijven tot zes dichters: Kevin Hart, Kate Llewellyn, Peter Porter, Peter Rose, Bobbi Sykes en John Tranter. In Tekeningen aandacht voor aboriginal-kunst, in Essay o.m. aandacht voor Australische mythen, over vuur en veedrijversvrouwen.
Zoals men uit de pers heeft kunnen vernemen, wordt dtr met ingang van dit nummer overgenomen door Uitgeverij G.A. van Oorschot, een ontwikkeling die ons met gepaste trots vervult. Het uiterlijk voorkomen van het blad heeft in verband daarmee een lichte wijziging ondergaan. De inhoud staat voortaan op de eerste en tweede pagina; p. 2 bevat tevens een brief van de uitgever, waarin hij een aanbod doet dat vele lezers, naar wij hopen, niet zullen kunnen weerstaan.
Redactie