De Tweede Ronde. Jaargang 13

[p. 138]

Santenkraam
Kees Stip

Proloog in de hemel bij de vis Ichthus

Doe als op aarde, beste brave luidjes,
en haal mij afgehapt niet door de uitjes.

Het hemelse leven

Petrus trok een half haantje uit de muur,
goudbruin gegrilld en geurig van frituur.
Maar dat het van herkenning is gaan kraaien
maakte het smullen toch een beetje zuur.

Het slachten van mijn eigen vlees en bloed,
daartoe had ik mij niet in staat vermoed.
Wat mooi dat ik een beest de moord mocht steken.
O God, wat ben je godverdomde goed!

Sint Jozef was een kribje aan het maken.
Maria zou weer zwanger kunnen raken
als zij die duif eens extra ging bedanken.
Een kruisje hield hij over aan twee planken.

[p. 139]

Pausoleum

Paus Tremens redt het wel,
die trillerig van vuisten
de top van zijn kapel
van kinderporno kuiste.

Paus Potens, en zijn naam was een terechte,
maakte zijn troonopvolging tot een hechte
doordat hij in een onbewaakt moment
twaalf voorverwekte kinderen liet echten.

Hoe bitter is de pil
die ongeboren zielen
het lot onthouden wil
van tien miljard schlemielen!

Het feit waarover ik me niet meer pijnig:
ik maakte Hitler liever niet sjagrijnig.
Onzalig zij de man die van mij zei:
‘In Neurenberg stond nog een galg te weinig.’

Een joodse paus is er godbetert ook.
Je kunt niet erger schrikken van een spook.
Habemus papam, Abram Askenazem!
Van zes miljoen kreeg hij de witste rook.

[p. 140]

Duabolisch

De hel wordt voor de protestanten
gestookt met christelijke kranten,
maar voor de roomsen warmt toch wel
olie uit het H. Oliestel
goedkoper dan plutomium
het tofelodemonium.

Hartig woordje

God kent mijn slechte daden en mijn fouten.
Wij hebben samen heel wat af te kouten.
Geen schijn van kans dat ons gesprek verflauwt.
Wat ik van hem weet heb ik opgezouten.

Chorus Mysticus

Louter vergeestelijkt
valt niet te leven.
Wat bij geen beesten lukt
lukt ons maar even.
Jeuk onbeschrijfelijk
vreet aan ons vel.
Liefde is lijfelijk
hemel en hel.