De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Twee gedichten Lou Vleugelhof Gestichtelijk Er lopen mannen langs mijn raam, lieve halve zachte, ze boeren hun gedachten op zonder ze aan te roeren, ze komen van het mannetje van de maan. De broeder leidt hen door het lommer naar het paradijs achter de horizon, daar zitten ze tot aan de avondzon weg te zinken in hun pretparkschommel. Totdat een fluitsignaal hen samenblaast, als lege pluimen warrelen ze bijeen, het gaat zwaarmoedig, ze zijn uitgedaasd, het avondlicht stremt om hun lijven heen. Even zweven ze nog voordat ze stomverbaasd op aarde vallen in hun oud voorheen. Bij de tandarts Tegen het zachte drammen van de boormachine helpt geen moedertjelief, door het klokhuis van mijn hoofd vreet zich rups na rups en door mijn mond wringt zich naar binnen dief na dief, er puilt taal uit mijn ogen die hij niet hoort, hij boort en boort en boort door ieder woord zijn oneindige monologen. Vorige Volgende