De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Drie gedichten Victor Vroomkoning Panorama Mesdag 1991 Je komt boven op een duin in 1881. Vlakbij een net, een schoen van toen, vals genoeg zeer echt. Verder weg illusie van stil leven aan zee, accolades meeuwen boven schoeners van verf onder licht van hier en nu. De ronde ansichtkaart van doek veertien stappen ver bedriegt je kilometers. Gefixeerde eb, schepen in een woestijn van strand. Op linnen soldaatjes en vissers die nooit meer de zee op kunnen. Niets hield als het hier niet was gestold. Niemand die jou ziet, geen hand die naar je zwaait, een eeuw over- brugt. Jij wel. [pagina 57] [p. 57] Bezoekuur Weer bij de kinderen. Ik mag tussen ze in, ze maken huiswerk aan mijn oud bureau versleept van waar ik schreef naar waar ik van ze droomde. Hun moeder brengt ons koffie met wat koek. Er heerst verpletterende stilte op het slikken en het kauwen na. Men houdt zich bij de schriften en zichzelf. Zij heeft de wekelijkse boodschappen gedaan. Dat scheelt nu gauw een brood of anderhalf ook een kilo minder schillen zegt zij, terwijl ze naar haar vingers kijkt. Geen ring die verwijst. [Omdat we nooit woorden] Omdat we nooit woorden hadden, wel overvloed aan zwijgen tot hiaten van een dag toe, viel dat ene door stilte beraamd als een moord tussen ons in hoewel we ook dat niet uitspraken maar van elkaars lippen lazen. We gingen gruwelijk geruisloos uiteen. Vorige Volgende