De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Drie gedichten L.F. Rosen A.D. Copier Weerloos sta je voor de vazen van een ander. Een ongehoord bezit. Je zoekt er een uitgestreken gezicht bij. 't Schipperen begint. Je noemt een prijs. Het klinkt als zelfbeklag. Je wint maar komt niet verder dan de randen. De diepte in zie je laag na laag zich openbreken en hoe een hals zich soms vernauwt, schoksgewijs, of je niet verder mag. Copier is dood. Het vonkt aan alle kanten. Die lijn. Dat blauw waarheen het licht is uitgeweken. Zo langs de hals omlaag kan dus die laatste reis met wat verbeeldingskracht. Regie Hij klemt je ter rijping aan zijn borst waar jij in spieren gewikkeld het vette der woorden krijgt voorgezet: Kijk, zo kijkt een kampioen zegevierend aan het ijkpunt van het hart voorbij. Als koningszoon word je op het toneel getild. Daar schieten ze je weer te binnen, woorden als het vlechtwerk van vaagheid en drift. Je ruikt de brandgeur in zijn kleren. - Dan als je meer dan ooit zijn raad behoeft hoor je de veer springen in zijn stem, is er die dood die zich in je leven schroeft. [pagina 52] [p. 52] Sluitertijd Het licht dat als verleden binnendringt vangt waardigheid in het gebrek maar 't schrapt de mijlpalen. 't Zoekt smokkelwaar. Het boord dat knelt. De schoen die wringt. De blik naar binnen die argwaan wekt. Het confiskeert een leven bij elkaar, fijnstoffelijk, vol onbedoelde helderheid. Achter onze ruggen duikt het op. Wagenwijd gaan daar de lenzen open. Ondanks grijpgrage jaren zijn er lichtresten die nog niet zijn weggelekt. Er staat een dubbele zon. Het scherpt je zinnen. Je ziet het huis en ruikt zijn lucht van ijzerwaren. Je weet hoe zwaar een oliejas weer weegt. - Een schim rept zich naar binnen. Een venster vonkt. De lens wordt schoongeveegd. Vorige Volgende