De Tweede Ronde. Jaargang 12

[p. 23]

Twee gedichten
Jaap Harten

Verzinkende Dogenstad

Bevoorrecht ieder spook
dat wakker timmert de huishouding
van mensen in stil gebed

geest die wil storen
fanatiek hamert aan muren
van de operette-admiraal
en zijn eega die talmen en vrezen

luister hoe heftig dat ritmisch
bikken klinkt, feller dan
angstaanjagend

op de tv een gelikte quiz
maar in de gordijnen bladdert herfst
de kat amuseert zich met vulgair breiwerk

vespers gebieden stilte
de maan haalt haar schouders op
ver uit het naderend duister
vallen ogen die zien voorbij de horizon

[p. 24]

Slopgeest

Venetiaanse straatslijper
natuurlijk draag je de naam Marco
Je klokkenspel houdt me meer bezig
dan dat van de basiliek, ik zoek
drabbige muziek

onze hoteldeur sluit
nauwelijks, dat is heel gewoon hier

de baas let op zijn klanten

links stoeien, rechts hijgen
de wanden zijn ook niet te best

je opent je mond met bruidsvlinders
over de rest zeg ik maar niets

ze moesten je naar het schavot sturen
egotrippend addergebroed

jong ben je, vol brandgevaar
ik pomp om je te blussen

even lukt het me maar
dan smeulen je wimpers alweer

San Marco van de Sloppen
je bent een underdog met toekomst