De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Drie gedichten Victor Vroomkoning Vloedlijn Nooit moeder zo nabij als bij Bordeaux. De cel waaruit ik bel, maakt nu het vloed is bijna water. Ik voed de navel- streng van duizend kilo- meter met pasmunten van één franc. Cijfers geven aan hoelang ik nog mag luisteren naar adem die mij leven gaf. De haren in mijn oren rijzen van de dingen die zij fluisterend kan zeggen nu ik zover weg ben. Als ik naar vader dreg, bekent zij mij zijn dood vlakbij. Ik hoor hem sterven in haar stem. Tweemaal per week spoelt moeder aan, ebt vader weg. En ik maar staren over zee, mijn droge lippen in de schelp van haar oor. [pagina 55] [p. 55] Eb Het is strand van half twee. De zandwinning is volop aan de gang. Waar kort geleden nog een man verdronk valt land half droog tot mooie warme plas waar kinderen de zee in kunnen leren. Strandjutter Zee weekt los wat maanden lang is aangeslibd. Hoe vast te leggen wat zich tijdens volle vloed uit je bevrijdt? Geen vel, geen pen, twee zilte handen om de klanken, opgevangen tussen schuim, te bergen. Ze als mantra's opslaan om ze later te herhalen tot een onherhaalbaar vers? Als je in je stille, kille tent over je papier gebogen zit dringt zich slechts één regel op: bij eb van vloed zo weinig teken. Vorige Volgende