De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Twee gedichten F.I. Tjoettsjev (Vertaling Marja Wiebes en Margriet Berg) Silentium Geen woord, kruip weg en ongestoord Blijft wat jij voelt, wat jou bekoort - En stil als sterren in de nacht Komen, en gaan steeds even zacht, Heel diep in jou je dromen voort, Bewonder ze - en zeg geen woord. Hoe kan het hart zich doen verstaan? Is iemand met jouw lot begaan? Kan jij bij iemand ooit terecht? Verwoord is elke droom onecht; Door roering wordt de bron verstoord, Laaf je eraan - en zeg geen woord. Volg slechts je eigen levenszin - Er schuilt een wereld binnenin Vol dromen, geheimzinnigheid Die door het daglicht wordt ontwijd En in het straatrumoer gesmoord, Hoor naar die zang - en zeg geen woord! Silentium Молчи, скрывайся н таи И чувства и мечты свои - Пускай в душевной глубине Встают и заходят оне Безмолвно, как звөзды в ночи, - Любуйся нми - и молчи. Как сердцу высказать себя? Другому как понять тебя? Поймёт ли он, чем ты живешь? Мысль нзреченная есть ложь; Вэрывая, возмутишь нлючн, - Питайся ими - и молчи. Лишь жить в самом себе умей - Есть целый мир в душе твоей Таинственно-волшебных дум; Их оглушит наружный шум, Дневные разгонят лучи, - Внимай их пенью - и молчи!.. [Nederlands] [pagina 182] [p. 182] Ik kende ogen - o, die ogen! God weet hoeveel ik van ze hield! Hoe ik naar ze werd toegezogen En door hun tovernacht bezield. Die blik die ik niet kon doorgronden, Legde het hele leven bloot, Onthulde zulk een diepe wonde, Zulk een hartstochtelijke nood! Hij ademde droef en bevangen Onder het dichte wimperkleed, Vermoeid gelijk een zoet verlangen, Noodlottig als een woordloos leed. Op die momenten van vervoering Lukte het nooit onaangedaan En zonder tranen van ontroering Die blik in kalmte te doorstaan. [Russisch] Я очи энал - о, эти очи! Как я любил их - знает Бог! От их волшебной, страстной ночи Я душу оторвать не мог. В непостижимом этом взоре, Жизнь обнажающем до дна, Такое слышалося горе, Такая страсти глубина! Дышал он грустный, углубленный В тени ресниц её густой, Как наслажденье, утомлённый И, как страданье, роковой. И в эти чудные мгновенья Ни разу мне не довелось С ним повстречаться без волненья Н любоваться им без слез. Vorige Volgende