De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Twee gedichten Leo Vroman Bali Braaf hoe hun puisteenwerkelijke Goden niet vluchtten toen ik voelde ze te zien maar doodstil wachtten of ik dan misschien de polsslag merkte van hun stille doden en uit hun vouwen en gevouwen handen sprongen door de kinderen en vrouwen trouw vervlochten en ineengevouwen kleine kakelbonte offeranden bloemen en mensen die elkaar bevolken vonden in de lucht hun onderkomen bij donderwolken hoog als mangabomen en mangabomen hoog als donderwolken boven de groen geschubde berglanden [pagina 61] [p. 61] Jakarta De ademloze nanachten waarmee het gezoem van de nabije muggen overging in het gezoem uit een ontwakende moskee jeukten van betovering en jeuk Later bij het eerste morgenlicht hoorde ik Lina de blaren die die nacht gevallen waren teder wegvegen van het tegelpad en met haar veel te mooie gezicht kleine regels neuriën van volksliedjes of olijkheden? Soendanese melodieën? Gebeden? Linalief hoe kon ik het geluid vergeten dat ik nu pas weer in Tineke herken en al een halve eeuw genoot? Jouw volk waar ik niets van blijk te weten dan dat ik er voorgoed verliefd op ben vervult leven en dood (Brooklyn, 8 febr. 1988) Vorige Volgende